zaterdag 31 december 2011

Polderen op het wereld-wijde-web


Een jaar heb ik belevenissen in de natuur van polder Blokhoven, gemengd met wetenswaardigheden en foto’s van eigen hand, toevertrouwd aan het wereldwijdeweb. Het uitgangspunt van een gebiedseigen web-dagboek met uitstapjes naar andere streken is me goed bevallen en biedt me houvast bij de keuze tussen wat wel of niet het www op gaat. Het publieke bloggen heeft een plaats ingenomen naast het schrijven op privé-papier:


Erg stimulerend is het om te merken dat er een verband is ontstaan tussen de virtuele werkelijkheid van het www en die van de mensen die je in de berm of op een achtererf ontmoet. Zoals de boer die, nadat ik hem een plaatje en info heb gestuurd over een kleurring die op zijn land werd afgelezen, laat merken onder de indruk te zijn geraakt van de wereldreizen die Kolganzen maken. Of een ander die me spontaan eigen foto’s van weidevogelkuikens en Grote Zilverreiger stuurde.
Ook bleken er polderbloggers uit andere landstreken als Sneuper, Marianne Wustenhoff en Adri de Groot actief op het web die enthousiast verhalen en verbeelden wat ze beneden N.A.P. zoal tegen komen.
Een lokale vogelaar liet me weten in z'n lunchpauze vaak even te kijken of er nog iets was beleefd in de polder.
En dan is er ook nog de mogelijkheid om familie en vrienden die veraf wonen mee te laten delen in Blokhoven’s natuur. Een trouwe lezer, mijn schoonvader, overleed dit najaar; een ingrijpende gebeurtenis.

vrijdag 30 december 2011

In beeld


Veel geschreven op "Polder Bloghoven" dit jaar; verhaald, beschouwd, gebaald danwel genoten. Geen zin nu in een beschouwing maar wel behoefte om een paar mooie dingen te noemen en plaatjes te laten zien die meest niet eerder werden gedeeld.

(TIP: Klik op een foto om in de viewer van Blogger te komen voor grotere versies)

De winter die in 2010 z’n tanden even liet zien beet niet echt door in 2011 maar heeft wel een ouderwetse stroom vogels vanuit het oosten op gang gebracht. Wilde zwanen zaten tot vlak bij de rondweg van Houten en Nonnetjes bleven niet beperkt tot het IJsselmeer, maar waren ook te zien in het inundatiekanaa (zie Blog 15 januari ):

Wilde zwanen; Odijkseweg Houten.


Mannelijke Nonnetjes ; Oostvaardersplassen


Ongelooflijk; een Velduil in een conifeer tussen de rijtjeshuizen ( zie blog 18 februari ):

Velduil; Houten

Jan merkte lopende het weidevogelseizoen op dat het op z’n land meer leefde dan vorige jaren en spande zich extra in om het zijn vogels naar de zin te maken met ruige mest en (ad hoc zowel als pro deo) uitgesteld maaien. (zie blog 27 april). Het voorjaar was zo droog dat veel Grutto’s een seizoen oversloegen. Daar stond tegenover dat door een natte winter in de Sahel er veel Gele kwikstaarten terug naar Nederland waren gekomen; ook Jan’s percelen kregen hun deel. We vonden en beschermden zes (!) legsels (zie blog 14 mei en 9 juni):

Broedsel van Gele kwikstaart; polder Blokhoven-Oost

En dan die voorjaarsdag in Friesland. Samen met René en Siebe een dag lang kleurringen lezen in een van de mooiste weidevogelgebieden van Friesland (zie blog 15 april ):

Grutto met kleurringen;
polder Haenmar.

Polderblogger op de uitkijk;
Hokje Bakker, Warkumerbûtewaard
Een zomer met Zeearenden en ouderwetse natuur in Denemarken en Noord Duitsland (zie blog 17 juli ) en een Draaihals op de heining van ons Texels vakantieverblijf (zie blog 23 augustus ):

Draaihals; Hoornder Nieuwland Texel

Kolganzen waren er vroeg bij deze herfst. De eerste ring die ik aflas droeg code FUN (geringd op Kolguev) en voorspelde me veel genoegen. Inmiddels zeventien aflezingen aan de database toegevoegd. Allemaal gasten van ver, maar een Taymir vogel zat er nog niet bij (er volgt vast nog wel een bericht hierover).

De afgelopen dagen een schildersklusje gedaan; het huis ruikt naar nieuwe mogelijkheden.

woensdag 21 december 2011

Grijs met een exotisch accentje


Het lijkt wel of iedereen denkt dat het “einde der tijden” is aangebroken en geen “Gelukkig 2012” meer mag worden verwacht, zoveel deadlines moeten er nog worden gehaald en projecten afgerond. Hoog tijd om hier even uit te breken en op de kortste dag van het jaar de polder in te gaan. ‘k Heb geluk; al voor de overgang hoor ik het gekwebbel van ganzen aan de overkant van het spoor.  Met permissie installeer ik mij met telescoop op de plaat achter de stal met een paar balen kuil als dekking. Het stopt met miezeren. De vogels slaan nauwelijks acht op me omdat ze gewend zijn aan activiteit hier op het boerenerf. Aan de kant van de weg zou ik nooit zo dichtbij bij de voorste vogels kunnen komen. Druk grazend komen de ganzen steeds dichterbij. Dat geluid van al die vogels voor me; heerlijk. Dieper de grijze polder in grazen meer Kollen, maar ook een flinke groep Brandganzen. Samen moeten het er meer dan 3000 zijn. Ganzen worden door veel buitenlui als een steeds groter probleem ervaren, maar deze vogels in deze aantallen is toch ook een natuurverschijnsel waar we groots op mogen zijn. Je zou naar Frankrijk of Duitsland kunnen rijden om vluchten Kraanvogels te beleven. In Houten en Schalkwijk kun je gelukkig ook nog gewoon de fiets pakken naar de polder om van een bijna even indrukwekkend natuurverschijnsel te genieten. Ik scan de groep van 1700 Kolganzen op kleurringen en vind er één.  Het maken van een foto blijkt door het weinige licht (’t is de kortste dag van het jaar nietwaar), grijze weer en afstand een digitaal huzarenstukje, maar hij staat er wél scherp op.

21-12-2011: Kolgans met kleurring; Blokhoven-W.
De boer komt een kijkje nemen en ik kan hem door de scoop mooi het verschil tussen de Kol- en Brandganzen laten zien. Hij verbaast zich over het tempo van het grazen van de vogels. “Heb je er veel schade van”, vraag ik. “Nu valt het wel mee".  "Ze mogen het nu best een keer afweiden, maar ze moeten niet te lang op een perceel blijven, want die extreem natte bodem slempt nu snel dicht; in het voorjaar is het erger”. Ik bedank hem voor z'n gastvrijheid en ga m’n geluk verderop beproeven. De rijplaten van het fietspad worden opgeruimd met zwaar materieel door zwaar bemodderde mannen. 

Achter “de Rietput”  zoekt een grote groep Vinken en Groenlingen naar voedsel in de berm van het fietspad. Als ze vluchten voor deze fietser naar een wilgenstruik kleuren ze prachtig in het roodbruine hout waar de eerste katjes al uitbotten.
Tegenover de kleiputten aan het einde van de Achterdijk scoor ik in een veel kleinere groep Kollen nog een kleurring juist voor een heli de beesten verjaagt. Er roepen Sijsjes in de Elzen; één mooi geel mannetje slechts krijg ik in beeld. Zwart, wit en rood schuifelt een mannetje Grote bonte specht langs de grijze stam omhoog. Een Waterral krijst door de stille polder. ‘k Ben de eindejaarsstress en de tijd inmiddels behoorlijk vergeten en trap naar huis. Een heel donkere Buizerd volgt geconcentreerd, vanaf 4 meter boven me, een stukje van mijn weg terug.

Onder de brug in het park zie ik een drietal Carolina eendjes zwemmen.

21-12-11: Carolina eendjes; "Wood duck, made in the USA"


Dit amerikaanse eendje wordt vaak in gevangenschap gehouden maar ik heb ze hier eerder in vrijheid rond zien zwemmen. Deze keer stop ik voor een foto, ‘k ben toch al laat. Twee oudere dames en het jongste buurmeisje genieten met mij van hun prachtige kleuren. Zoals wel vaker in ons grauwe land komt dat extra beetje kleur van buiten.

woensdag 7 december 2011

Windkracht 6

Het is gelukt om meerdere agenda’s zo te bewerken dat ik vandaag de polder in kan om het weekeindewerk te compenseren. Na de heftige buien stap ik op de fiets en laat me door een straffe noordwester, over de brug en de Schalkwijkseweg blazen. Schone lucht waardoor je de polder geheel doorziet. Het Tetwijkse fietspad is met rijplaten bedekt die bij de half afgegraven uitkijkbult rechtdoor tussen de boomgaard en het spoor verder naar het zuiden zijn gelegd. Naast een knalgroene container staat een “Eco-toilet”. Een ontlastte bouwvakker stapt naar buiten en verbaast zich over deze man in 't groen "staatsbosbeheer zeker", op deze plaats en met dit weer. Hij werkt aan twee nieuwe duikers (63 resp. 100cm in doorsnede) die, eenmaal onder de spoorbaan gelegd, polder Blokhoven meer klimaatbestendig zullen maken. 

Groenlingen als herfstbladeren

Ondertussen dwarrelt een grote groep Groenlingen van Miltenburg’s uitgebloeide bloemenrand naar het westen.  De grondwerkman houdt meer van de heuvels van de Ardennen, ik van de ruimte van dit land. Beide hebben we ontzag voor onweer, hier buiten, en waarderen in deze tijd van het jaar het moderne thermoondergoed. Hij gaat met een “mooie hobby heb je” weer naar z’n karwei. Ik overweeg hoe ik verder zal gaan. Ver en zeer verspreid over de oostelijke polderhelft zie ik groepen Kol- en Brandganzen en ik laat me daarom naar de Pothuizerweg blazen. Maar ook hier blijken de vogels ver en is geen luwe plek te vinden die nauwkeuriger kijken mogelijk maakt. Vanaf het Overeind komt een rode “International” het land op tuffen om zijn percelen ganzenvrij te maken. Dat lukt, grote groepen landen bij de buren aan de noordoostzijde. Een Witgat stuift op vanuit de uitgebaggerde spoorsloot. Ik vervolg m’n oostelijke polderronde en maak een insteekje bij de “Hoge Boogerd” . Daar heb ik vanachter een coniferenhaag zicht op een paar honderd Kolganzen die steeds laag bij de grond blijven en zo het hoofd bieden aan de steeds harder wordende wind. Ook hier worden ze na m’n koffie verjaagd.

Kolganzen grazend bij windkracht 6

Een stukje verder het Overeind af heb ik het beste plekje van deze dag; in de luwte van een schapenschuur en weer wat dichter bij de vogels.  Die luwte is wel betrekkelijk; het stormt inmiddels geloof ik. Door de telescoop ziet de lucht eruit alsof het een warme dag is, ze trilt niet alleen door de wind die aan de poten van het statief rukt , maar vooral door de bewegingen in de lucht zelf. Nooit eerder zo gezien. Het valt me op dat de ganzen zich nu bijna net zo gedragen als wanneer het echt koud is; stukje lopen, zitten grazen en dan weer een stukje lopen enzovoort. Na een periode van eten volgt dan een kwartiertje rust, waarin een uiltje wordt geknapt en er in de ganzendarmen plaats wordt gemaakt voor een volgende snede herfstgras. Bij twee vogels ontwaar ik een halsring, maar door de afstand en doordat de vogels van me aflopen kan ik zelfs met vijftig maal de code niet lezen. Frustratie? Eigenlijk niet, ‘k heb koffie en koek en een heerlijke dezemboterham met boerenkaas (*). Best lekker zo’n fris december stormpje.

(*) van de "De Brienenshof" aan de Ossenwaard bij Cothen