maandag 29 december 2014

Oud & nieuw


Vlak voor de kerstdagen had ik er een blik over de dijk geworpen en was ik onder de indruk van de enorme aantallen en de diversiteit aan eenden die er op het water dreven. Vandaag stoppen we in alle waterkoude vroegte aan de voet van de Nijkerkerbrug en turen over de zompige oude polder. Wat een rijkdom: Vlakbij foeragerende Kieviten, groepen Goudplevieren schieten verderop heen en weer, Kemphanen en zelfs een paar Bonte strandlopers dribbelen langs de plassen. En je realiseert je hoe vogelrijk oud boerenland in Nederland kan zijn. Op het water achter de Oude zeedijk dobberen Smienten bij de duizenden, Wintertalingen vooral langs de kant. Daartussen een enkel Nonnetje. Een eindje verderop 15 Grote zaagbekken tegen een gloeiende rietkraag. Vogelend tuffen we verder langs de oude zuiderzeekust en belanden achter een mooi kijkscherm met uitzicht op wat de delta van de Schuitenbeek heet. Beetje pretentieuze naam voor deze plas, maar wat kan het schelen, met honderden Pijlstaarten voor je neus, Grote zaagbekken die langs de rand van het ijs foerageren en poetsen en 45 Kleine zwanen die hun dutjes afwisselen met kleine schermutselingen en daarbij hun mooie roep laten horen. Er landt een drietal Wilde zwanen, dat na het gladstrijken van de veren, voedsel gaat zoeken in het ondiepe water. Ze doen dat door de bodem met hun grote zwemvliezen lost te dwarrelen en gevoeglijk hun lange nek onder water te steken om te kijken wat ze aan eetbaars boven kunnen halen:



29-12-14 Delta Schuitenbeek; foeragerende Wilde zwanen
’s Middags rijden we, omdat de Harderbroek er leeg en dichtgevroren bij lag, dwars door Flevoland richting het toppunt van nieuwe natuur. Ik kan daar prima mee leven, als zo’n Kleine Praambult uitzicht biedt op een Vos die met een katachtige sprong een muis verschalkt en op werkelijk duizenden Goudplevieren in het late middaglicht. Machtig mooi.

28-12-14 Rietplas Houten; Grote zee-eend.

Nog meer nieuws? Jan Ekke ontdekte een Grote zee-eend op de Rietplas in ons grootstedelijke dorp en verschafte zo heel vogel minnend Houten een leuke toegift op dit oude jaar.

Alle teksten en foto's ©Sjerp M. Weima 2015

dinsdag 9 december 2014

De mist in


Wanneer de weersverwachting van het KNMI er naast zit, dan kost het me vaak moeite om mijn verwachtingen over wat ik buiten kan gaan zien bij te stellen. In het schemerdonker van de ochtend lijkt het zicht nog goed, zodra de zon in de buurt van de horizon komt krijgen de meteorologen toch gelijk: Mist! Dan maar geen vogelaar vandaag. Ik kies deze keer voor de Beusichemseweg, over een verraderlijk glad fietspad, en Zuwedijk om bij de Heul de Lekdijk te bereiken. Het zicht valt mee en het licht is mooi. Met de zon verandert het voortdurend van kleur. Het is er stil. Brandganzen grazen de uiterwaard kaal en op de rivier zwemt een paartje Brilduikers. Achteraf weet ik niet meer precies hoe ik op de uitkijkheuvel aan het Tetwijkse pad belandde. Een Grote zilverreiger neemt een Veldmuis te grazen. Een Torenvalk man gebruikt het portaal als basis voor een uitval naar het talud van de spoorsloot. Tussen licht gloeiende maisstoppel buikt hij daarna uit:

091214 Tetwijksepad; Torenvalk man op jacht.
091214 Tetwijksae pad; Torenvalk man buikt uit.

Voor het gerestaureerde Werk aan de Groene weg staat een nieuw hek over de dam. Daar zit een spreeuwgroot vogeltje op. Ik heb z’n kleuren niet nodig om hem als IJsvogel te duiden:
 
091214 Werk aan de Groene weg; IJsvogel

Er zijn ochtenden geweest, met aanmerkelijk meer zicht over de polder, die minder de moeite waard waren dan deze.

Alle teksten en foto's ©Sjerp M. Weima 2014


vrijdag 7 november 2014

Ingelijst


Het gebeurt zo vanzelfsprekend dat het ongerijmde ervan vaak niet doordringt: Een Grutto op wacht op de kop van een heiningpaal, een Aalscholver op een lantaarnpaal boven de Rondweg, Spreeuwen en Mussen die nestelen onder dakpannen of zwaluwen die een nest onder dakgoot of hanenbalk kleien. Maar wonderlijk is het wel. De mens zet iets volstrekt onnatuurlijks neer en de natuur merkt het verschil niet met haar eigen werkelijkheid. Onze constructies refereren aan iets bekends en worden gewoon gebruikt.

In de andere omgeving van een Waddeneiland viel deze ongerijmdheid me ineens wel op. Aan de Waddendijk bij Krassekeet scharrelde een Oeverpieper. Een broedvogel van noordelijke rotskusten en eilanden die overwintert aan onze kust. Nu hebben wij een prachtige kust, maar natuurlijke rotsen kun je er niet aantreffen. De geasfalteerde blokken op deltahoogte bieden kennelijk voldoende vervanging, veiligheid en voedsel. Het zeegroen geverfde metaal op het gemaal vormde een mooie omlijsting voor deze stoere pieper:

04 november 2014 Waddendijk Krassekeet; Oeverpieper op gemaal.

Zou de soort überhaupt nog naar Nederland komen wanneer wij daar geen basalt en graniet naar toe zouden hebben gesleept?

Op de dag van vertrek stond er windkracht 7. Het vogelt dan beroerd; de meeste soorten houden zich gedeisd en de optiek is moeilijk te hanteren. Maar aan de Mokbaai vonden we een plek in de luwte met zicht op voedsel zoekende vogels die door het opkomend tij voortgedreven werden en op een Slechtvalk op het platform van een baken in de baai. Steltlopers en eenden modderden ongestoord onder hem door. Waar zou zó’n beest landen wanneer wij zijn omgeving niet van een metalen rots zouden hebben voorzien? Nu zat hij er als vanzelfsprekend en werd prachtig ingelijst door de heining van het platform:

07 november 2014 Texel Mokbaai; Slechtvalk op baken.
 Alle teksten en foto's ©Sjerp M. Weima 2014


zondag 2 november 2014

In schoonheid voltooid




Ongemerkt wordt er buiten op grote schaal gestorven. Elk voorjaar kruipen er miljoenen jonge vogels uit hun ei. De meeste zullen de leeftijd waarop ze zich zelf voort kunnen planten niet halen. Je merkt er meestal weinig van. Soms ligt het op de stoep of komt het op mijn pad:

Over de zin of onzin daarvan kan ik aan mezelf zinloze vragen stellen. Antwoorden daarop zal ik nooit krijgen. Pijn en angst zullen er wel geweest zijn. Maar wreed is het volgens mij niet. Er wordt gedood en gestorven zonder oordeel over wat er gebeurt. Omdat het dood is kan ik misschien niet meer bij de essentie van zijn bestaan, maar door goed te kijken, nu wel heel dichtbij de schoonheid van het dier komen. Vandaag is dat genoeg:

 


Alle teksten en foto's ©Sjerp M. Weima 2014

zaterdag 18 oktober 2014

Slaapplaatstelling



Nadat de auto niet had willen starten, we daardoor eigenlijk wat te laat waren, een ambulance met sirene en zwaailichten een gewonde fietser, die op het talud lag, had opgehaald en de laatste motorcoureur langs ons was gescheurd, duurt het even voor het weer rustig wordt op de Lekdijk.

Het is beslist een mooie avond en een paar Grote zilverreigers hebben al een plekje in de wilgen in de uiterwaard gekozen om de nacht door te brengen. Daarna staan we er toch nog langer dan verwacht voordat we de eerste aanvliegende vogel, ver in het noordwesten, in beeld krijgen. Langzaam wiekt hij dichterbij en zwenkt met een scherpe draai naar beneden. Dan gaat het snel en moeten we razend goed opletten om geen vogels te missen. Alleen of in kleine groepjes, maar ook in een groep van 12 (!), zoeken grote witte reigers door de oranje avondlucht hun slaapplaats op. In tien minuten van stille tijd komen er zo 42 Grote zilverreigers binnen. Om 19:20 is het nagenoeg donker, hebben we er in totaal 53 geturfd, geleerd dat je het silhouet van een Grote zilverreiger goed kunt onderscheiden van dat van een Blauwe door vooral op de lengte van de poten te letten en breken we op. “Gaaf !” zegt Peter. En dat is het, ik kan er geen beter woord voor vinden.

301014: Deze tekst is inmiddels ook verschenen in de e-nieuwsbrief van SOVON, klik: HIER

Voor achtergrond informatie klik: Grote zilverreigers en Aalscholvers tellen.

Alle teksten en foto's ©Sjerp M. Weima 2014 

dinsdag 14 oktober 2014

Lijstertrek


Men zou denken dat ze alleen met rugwind op weg zouden gaan. Maar kennelijk was het gewoon hun tijd. Je weet überhaupt niet of trekvogels afwegingen maken. In elk geval is er veel beweging in de lucht. Laag vliegend en tegen de wind op tornend komen groepen vinken, leeuweriken en lijsters over de uitkijkbult aan het Tetwijkse fietspad. Al die airmiles kosten natuurlijk een boel energie, die ergens weer moet worden aangevuld. Bijna 200 Veldleeuweriken foerageren op het onkruid tussen de maïsstoppel bij de spoorwegovergang Potshuizerweg. Onkruid? Waar vindt je dát nog in ons boerengroene polderland? Op dit perceel is het nog niet doodgespoten of ondergeploegd. Ze hebben het feilloos weten te vinden en blijken bij andere beschouwing  gezelschap te hebben van een paar Kneutjes en tientallen Graspiepers.

Het zou me ondertussen niet verbazen wanneer onder al die voortjakkerende lijsters de eerste Koperwieken van dit najaar zitten. Een goede plek om dat te checken zijn de bosschages rond fort Honswijk. Vanaf de overkant van de gracht stel ik m’n telescoop op om de lijsters die zich daar tegoed doen aan de bessen van de meidoorns beter te bekijken. Hebbes Koperwieken:

14-10-14 fort Honswijk: m'n eerste Koperwieken in deze herfst

De vogels zijn weliswaar hongerig maar ook bijzonder alert. Ze gebruiken de hoge esdoorns als basis om uitvallen te doen naar de meidoornstruiken. Die moeten ze delen met Zanglijsters en Merels.

14-10-14 fort Honswijk; Koperwieken (boven) en Zanglijster (onder)

Het zijn er zoveel, dat dit nooit alleen de lokale bevolking kan zijn. Er moet een stroom van duizenden lijsters op gang zijn gekomen vannacht. Kapitein J.G.W. Merkes (1798 – 1859) zal niet hebben bedacht, dat de stekelige bosschages op deze fortificaties, die vooral waren bedoeld om de hordes uit het oosten te weren, nu dienen om de trek van uitgehongerde oostelijk lijsters te stillen.

Alle teksten en foto's ©Sjerp M. Weima 2014